Als het leven wiebelt, bieden woorden een houvast


Als het leven wiebelt, bieden woorden een houvast.

Het leven wiebelt. Soms slingert het zacht heen en weer, zoals een kind op een schommel. Misschien geef je het dan, net als dat kind, vol vertrouwen een extra duwtje, en ga je almaar hoger. Maar het leven kan ook wankelen, een kant op waggelen die je helemaal niet uit wil. Of het kan danig schudden en schokken, zodat je grondvesten daveren.
Op al deze momenten zijn er woorden.
WiebelWoorden zoekt ze samen met je op.
Omdat woorden helpen herinneringen te bewaren en belevenissen te delen. Omdat woorden een houvast bieden. En omdat het bijzonder prettig is woorden aan papier toe te vertrouwen.

Op dit blog vind je vooral woorden terug die binnen in mij wiebelden. Die zich puzzelden tot een anekdote, verhaal of gedicht.
Wiebel tijdens het lezen gerust mee op hun ritme.

woensdag 28 november 2012

Vijfenveertig (33)

Dagboeken

Onderaan de trap zat ik tussen de tientallen dozen die ik net van de zolder had gesleurd. Ik zuchtte. We konden niet al deze spullen meenemen naar ons nieuwe huis. Ook al hadden we redelijk ruim gebouwd, als we niet nu een selectie maakten, zou die nieuwe stek in de kortste keren tot aan de nok toe zijn gevuld met dingen die we toch niet gebruikten. En dat zou niet gebeuren, hadden we afgesproken. Dus opende ik de doos die het dichtst bij me stond. Er zaten kerstspullen in. Die moesten natuurlijk mee. Ik lichtte het deksel van een volgende doos. Oude kinderboeken. Ze maakten het meisje van weleer in me wakker. Ik besefte dat een eventueel kind van ons beidjes deze boeken maar oubollig zou vinden, en er dus niet in zou willen lezen. Net zoals ik de kinderboeken van ons moeder ouderwets en niet te lezen had gevonden. Maar ze wegdoen, nee, dat kon ik niet. In de doos ernaast had ik mijn lesvoorbereidingen van de normaalschool gepropt. Misschien kon ik die nog bij mijn huidig werk gebruiken. Dan kwam ik bij de vissersspullen van Manlief uit. Het was niet aan mij om te beslissen of die weg mochten. Helemaal achteraan stond een doos die we met tape hadden dichtgeplakt. Toen ik de tape lossneed vond ik mijn dagboeken. Meer dan tien waren het er. Ik las er kriskras in. Het was alsof ik opnieuw aan het bureau op mijn meisjeskamer zat en deze woorden met mijn vulpen opschreef. Ik werd ook opnieuw verliefd op de jongen waarop ik dat jarenlang heimelijk was geweest en treurde omdat hij me niet had zien zitten. Ik voelde weer de pijn toen mijn beste vriendin me zomaar had laten vallen. Mijn lijf barstte de ene keer uit zijn voegen om onrecht dat me was aangedaan, en wist de andere keer niet welke houding aan te nemen van verlegenheid. Meestal was er dan een jongen in het spel geweest. De passages die ik had geschreven nadat mijn vorige vriend het had uitgemaakt slokten me helemaal op. Ik beleefde de periode haast dag na dag opnieuw. Ik vergat erdoor te eten. Toen Manlief thuiskwam vond hij me huilend tussen mijn boeken.
‘Wat heeft dit te betekenen?’ vroeg hij verbaasd.
Ik las hem enkele passages voor. Hij vond het maar een depressieve boel. Ik gaf hem gelijk.
De hele dag had ik tussen mijn dozen gezeten, maar ik had nog niets weggegooid. Misschien moesten mijn dagboeken er maar aan geloven. Ze maakten me toch maar verdrietig.
En dus legde ik hen op de stapel oud papier.

Gemist heb ik mijn dagboeken niet de voorbije jaren. Ik ben realistisch genoeg om te beseffen dat ze hier op zolder zouden liggen, als ik ze toen niet had weggedaan. Ik weet dat ik niet in hen zou lezen.
Maar nu ik voor dit project zo met mijn herinneringen bezig ben droom ik er soms wel van nog eens in hen te kunnen bladeren. Helaas kan dat alleen nog in mijn hoofd.

Meer over mijn vijfenveertigdagenproject lees je hier.

2 opmerkingen:

Als het niet lukt hier te reageren en je toch graag je zegje wil doen, mag je altijd een woordje achterlaten op www.bloggen.be/sprokkels.

Dank voor je reactie!